Er was eens een familie X (familie X staat voor elke willekeurige organisatie) die graag een goed diner wilde geven voor iedereen die ze kenden. Tot nu toe waren er wel eens kleine hapjes uitgedeeld aan steeds wisselende gasten. Dit leidde echter noch voor de familie X noch voor de gasten tot een volle maag. Soms lag dat aan de kwaliteit van de ingrediënten. Soms was het niet helemaal duidelijk wie er al te eten had gehad en kregen gasten veel te veel van verschillende mensen uit de familie X. Sommigen kregen zelfs helemaal niets omdat hun naam niet op de gastenlijst werd gevonden of omdat er niet genoeg was ingekocht.
Op een dag besloot de vader dat dit anders moest, er moest een groot diner komen met een soep zo goed dat de hele familie X er van kon eten en ook alle gasten. De moeder was het niet helemaal eens met de vader, zo belangrijk was eten toch niet opperde ze…en we geven toch genoeg eten weg? De vader kreeg echter zijn zin. Er werd een topkok ingehuurd die de familie X en de gasten de fijnste ingrediënten ontfutselde en hier vervolgens een heerlijke soep van kookte. De topkok maakte gebruik van een aantal hulpjes die van de vader mochten helpen. Zij hadden een sterke affiniteit met koken en dat was te merken. In het eerste jaar dat de kok met zijn hulpjes de soep opdiende kwamen er van heinde en ver gasten om mee te eten. Ze prezen de soep en de vader voor zijn heldere inzicht en receptuur, roemden de hulpjes en vroegen hen om ook in hun keuken voortaan soep te koken. Je zou zeggen dat de familie X hier erg gelukkig van zou worden, het tegendeel was echter het geval.
De moeder voelde zich gepasseerd door vader. Ze was bang dat de vader voortaan alleen maar soep van de topkok wilde en niet meer haar hapjes die toch ook best aardig waren. Bovendien wist ze eigenlijk nog steeds niet of het om de soep ging of om het hoofdgerecht…..eigenlijk was ze er van overtuigd dat het hoofdgerecht beter was dan de soep. Het was tijd voor herrie in de keuken. De vader kreeg de opdracht om de topkok een toontje lager te laten zingen: hoezo goede ingrediënten? Wie een hoofdgerecht kon maken, kon toch ook een soepje wel aan? Een geheim beraad werd ingericht. Er moest water bij de soep, zo konden er meer mensen van de soep eten en zou het bezoek aan de familie X om het hoofdgerecht te nuttigen vanzelf toenemen.
De kok en zijn maatjes ontstaken in woede en opstand, echter de moeder was onverbiddelijk. Water moest erbij! Wat vroeger een goede exclusieve soep was verwerd tot een enorm waterig soepje met hier en daar nog een ingrediënt wat de moeite waard was. Een voor een bleven de gasten weg, ook al werd de tafel met het hoofdgerecht nog zo mooi gedekt. Ze kwamen voor de kok en zijn maatjes, voor de passie en de kwaliteit van de soep die nu onherkenbaar voor ze was geworden.
Uiteindelijk trok zowel de kok als de maatjes weg van de familie X om ergens anders aan de slag te gaan met de beste ingrediënten. En de vader? Die bleef zijn hele leven verlangen naar dat eerste moment dat hij de soep van de topkok mocht proeven. De moeder bleef alleen achter met te veel eten en geen gasten meer om het mee te delen.
Kwam het nog goed? Ja, want in sprookjes leven ze nog lang en gelukkig. Dat laatste gold voor de kok die blij was dat hij gestopt was met water in de soep gooien en gekozen had voor kwaliteit. Uiteindelijk is dat wat gasten herkennen.
Geef een reactie