De oude man kwam als eerste binnen. Half schuifelend, grijs en zeker niet meer behorend tot de doelgroep van mijn lezing afgelopen week. In het kader van de opvoedweek was ik uitgenodigd in Amsterdam-Zuid om in de bibliotheek een lezing te geven over het puberbrein. Meestal wordt dit soort lezingen bezocht door een grote schare moeders van puberkinderen die op zoek is naar opvoedkundig advies. Kennis over de werking van het puberbrein kan daarbij natuurlijk goed van pas komen. Meestal gaat het om hoogopgeleide dames (en een handvol heren) die alles aangrijpen om controle te krijgen over hun kroost. Tijdens de lezing leg ik de werking van het brein uit en wat je als ouder kan doen om enige invloed op het brein van je puberkind uit te oefenen. Waar je kunt ondersteunen en waar je vooral de andere kant op moet (leren) kijken. Altijd boeiend. Oudere dames en heren zijn redelijk zeldzaam als bezoeker van zo’n lezing. Dames soms nog wel, omdat ze ‘oppasoma’ zijn voor de puberkleinkinderen. Maar oudere heren, die zie ik helaas niet zo vaak.
Ik raakte met de oudere heer in gesprek en hij bleek beroepsmatig geïnteresseerd te zijn in pubers. Als oud-psychiater had hij een bijzondere interesse voor alles wat met hersenen te maken heeft. Hij was van mening dat de huidige kennis van de hersenen, die hem buitengewoon boeide, maakte dat een nieuwe versie van het handboek voor de psychiatrie (de ‘DSM4’) zo lang op zich liet wachten. Hij greep mijn boek en begon direct te lezen.
“Uw stem is wel erg zacht, mevrouw”, zei hij. Zelfs in de kleine groep was ik voor hem niet verstaanbaar. Ik heb hem meteen beloond met een versterking van mijn stem via de microfoon. De uitwisselingsmomenten tijdens mijn verhaal waren voor hem momenten om zijn kennis te delen met het publiek. Hij was het levende bewijs dat beweging goed is voor het levendig houden van het brein. Ondanks de gerichtheid op pubers kwam hij na afloop naar me toe om te zeggen dat hij het verhaal uitermate boeiend had gevonden. En hij beaamde dat puberproblemen van alle tijden zijn.
Hij wilde fit blijven en trainde daarom zijn brein door te blijven leren. “Ik ga uw boek ook zeker lezen.” Hoe oud hij was? Hij gaf prijs al meer dan 90 jaar oud te zijn, zijn exacte leeftijd wilde hij niet aan ons kwijt.
Hoezo kun je op een bepaalde leeftijd niet meer veranderen? Deze man bewijst voor mij het tegendeel. Petje af voor deze hoogbejaarde man die bij wil blijven.

Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders (kortweg DSM) is een Amerikaans handboek voor diagnose en statistiek van psychische aandoeningen dat in de meeste landen als standaard dient voor de psychiatrische diagnostiek . De huidige versie (uit 2000) is een tekstrevisie van de vierde editie, aangeduid als DSM-IV-TR.
Uit: http://nl.wikipedia.org/wiki/Diagnostic_and_Statistical_Manual_of_Mental_Disorders

Zie ook www.twistit.nu